Kom op en wandel

Wandelen in het groen is goed voor de gezondheid

Wandelen is gezond voor lichaam en geest. Het verlaagt het risico op bepaalde ziektes, zoals kanker. Ook mensen die ziek zijn, hebben baat bij wandelen. Daarom hebben Kom op tegen Kanker en Natuurpunt in elke Vlaamse provincie een Kom op tegen Kanker-wandelpad uitgetekend, in een groene omgeving. En dat laatste is niet toevallig, want is wandelen op zich al gezond, dan is wandelen in het groen dat des te meer. De biologen en professoren Hans Van Dyck en Patrick Meire leggen uit waarom wandelen in de natuur ons zoveel goed doet. 

Patrick Meire is professor ecosysteembeheer aan de Universiteit Antwerpen. Hij is ook voorzitter van Natuurpunt Damme, de stad van het West-Vlaamse Kom op tegen Kanker-wandelpad. Professor Hans Van Dyck is verbonden aan de Universiteit van Louvain-la-Neuve en gespecialiseerd in gedragsecologie, dat wil zeggen in de relatie tussen organismen en hun omgeving. ‘Bekijk je het puur fysiek, dan weten we al lang dat wandelen gezond is. Iemand die veel wandelt is door de band gezonder dan iemand die een zittend bestaan leidt,’ zegt Hans Van Dyck. Patrick Meire vult aan:  ‘Maar wandelen doet ook iets met ons mentaal welzijn. We zeggen niet voor niets dat het deugd doet eens uit te waaien en het hoofd leeg te maken. We komen tot rust, zeker als we in de natuur wandelen.’ 

Nabije en courante natuur 

Een uur wandelen in de stad is prima, een uur wandelen in het groen is nog beter. Dat geven wetenschappelijke studies aan, al begrijpen we nog niet helemaal welke mechanismen daarachter schuilgaan. Hans Van Dyck: ‘Dit is geen pleidooi tegen de stad, maar een pleidooi voor meer groen en biodiversiteit, ook in de stad van morgen. Natuurbehoud spitste zich tot voor kort toe op bedreigde leefgebieden en soorten. Dat blijft belangrijk maar de mens heeft ook meer courante en nabije natuur nodig voor zijn fysiek en mentaal welzijn. Dat is een nieuwe insteek.’ 

Een combinatie van groen vlakbij en van topnatuur op fietsafstand is ideaal voor wie in een stad woont. En het creëren van nabije natuur vraagt niet eens zoveel inspanningen. Patrick Meire: ‘Het gras in het park of in je tuin niet maaien, is een mooi initiatief om het stereotiepe denken over het gemillimeterd gazon te doorbreken. Het levert geen topnatuur op, maar de grotere variatie aan planten en insecten zorgt wel voor meer biodiversiteit. Je krijgt groen met een zekere basiskwaliteit. Bovendien, als we meer nabije en vlot toegankelijke natuur van een zekere kwaliteit hebben, dan zal ook de toeristische en recreatieve druk op onze topnatuurgebieden verminderen.’ 

Patrick van wandelpad Damme

Kinderen en jongeren die in een biodiverse omgeving opgroeien, hebben minder last van allergieën en ontwikkelen een sterker immuunsysteem.

Hans Van Dyck

Professor gedragsecologie

Hans Van Dyck, professor gedragsecologie

De gekoloniseerde mens 

Stilaan krijgt de wetenschap een beter zicht op de link tussen biodiversiteit en het menselijke immuunsysteem. ‘Kinderen die veel buiten spelen en regelmatig in de aarde wroeten, of die huisdieren hebben, ontwikkelen minder allergieën,’ zegt Patrick Meire. Hans Van Dyck wijst erop dat de mens eigenlijk gekoloniseerd wordt door allerlei micro-organismen die zich op de huid vestigen. Groeien kinderen en jongeren op in een biodiverse omgeving, dan hebben ze veel micro-organismen op hun huid en hebben ze minder last van allergieën. ‘De hypothese is dat door die grote diversiteit aan micro-organismen hun immuunsysteem zich sterker ontwikkelt. Soortgelijke systemen spelen ook in de biodiversiteit van de darmen en de maag. De dettol-maatschappij waarin we zeker door COVID-19 leven, is op dat punt een probleem. Het is niet goed om alles altijd zo steriel mogelijk te maken.’ 

De ervaring verdwijnt 

In bomen klauteren, kikkers vangen, een salamander in de hand houden, het gebeurt steeds minder. Het leidt tot wat de Amerikaanse onderzoeker Robert Pyle al in 1993 ‘the extinction of experience’ of ‘het verdwijnen van de ervaring’ noemde. Patrick Meire: ‘Een kind dat geen ervaring heeft met een biodiverse omgeving zal er als volwassene minder oog voor hebben. Mensen zijn het niet meer gewoon om te kijken, te luisteren, te ruiken, te voelen. Op geleide wandelingen in Damme moet ik mensen regelmatig wijzen op broedende ooievaars, nochtans geen kleine vogels.’ Hans Van Dyck is er voorstander van om kinderen - en waarom niet, ook volwassenen - een netje in de hand te stoppen als ze in de natuur op stap gaan. Hebben ze dat vast, dan kijken ze meteen op een andere manier.’ 

De gedomesticeerde mens 

Patrick en Hans op het wandelpad van Damme

De mens heeft zichzelf als het ware gedomesticeerd door zoveel mogelijk prikkels buiten te sluiten. We leven steeds meer in een soort van kooien: kantoren zijn leeg en steriel, met wacht- en spreekkamers is het al niet veel beter, kinderen volgen binnen les. 

 In een prikkelarme omgeving kan er geconcentreerder worden gewerkt, dat is de redenering. Hans Van Dyck: ‘Het tegendeel is waar. In de buitenlucht les volgen bijvoorbeeld blijkt zeer goed te werken. Natuurlijke prikkels zorgen niet voor afleiding, maar zijn net positief voor de aandacht. Mensen hebben die natuurlijke verrijking nodig. Zelfs foto’s werken, of een bandje met dierengeluiden. In de vertrekhal van de luchthaven vogelgeluiden laten horen, zorgt voor meer rust bij de passagiers. En we weten al heel lang dat sommige herstelprocessen sneller gaan als de patiënt in het ziekenhuis zicht heeft op een boom en niet op een muur kijkt.’ 

One health 

Daarom vindt het concept van ‘One health’ of ‘Eén gezondheid’ steeds meer ingang. De gezondheid van de mens staat niet op zich. Als onze leefomgeving gezond is, komt dat ook onze gezondheid ten goede. Patrick Meire: ‘De kwaliteit van ons leven hangt voor een belangrijk stuk af van de biodiversiteit in de leefomgeving.’

De kwaliteit van ons leven hangt voor een belangrijk stuk af van de biodiversiteit in de leefomgeving.

Patrick Meire

Professor ecosysteembeheer

Patrick, professor ecosysteembeheer

Voor de hand liggende partners 

Voor Natuurpunt is het vanzelfsprekend om het initiatief van de Kom op tegen Kanker-wandelpaden mee te trekken. ‘We zijn gestart als een vereniging die de mooiste stukjes natuur wilde behouden en beheren. Dat blijft een belangrijke opdracht, maar we weten intussen dat alle natuur – van het margrietje in de stad tot de topnatuur – belangrijk is voor de mens. Natuur heeft een breed maatschappelijk belang. De wandelpaden zijn een middel om mensen in contact te brengen met de natuur en er een draagvlak voor te creëren,’ zegt Patrick Meire. Hans Van Dyck ziet een duidelijke parallel met Kom op tegen Kanker. ‘De kern van haar werking blijft de strijd tegen kanker, maar ook de focus van Kom op tegen Kanker is met de jaren breder geworden, op preventie en op gezondheid.’ Dat de twee bewegingen elkaar vinden, hoeft dus niet te verbazen.