Wandelaar Lut

Wandelen bij of na kanker: dat doet deugd

Wandelen is goed voor je lichaam en geest. Einstein wist het al en Lut kan het vandaag alleen maar roerend met hem eens zijn. Ze trekt dan ook geregeld de natuur in, om daar even alle beslommeringen achter zich te laten en haar batterijen opnieuw op te laden.

‘Mijn brein werkt hier anders’, vertelt Lut ongeveer halverwege één van haar natuurwandelingen. ‘Ik wandel, kijk rond en vergeet alles. Wat ik opmerk, laat ik over mij heen komen. Alleen de prikkels van de natuur komen nog binnen. Het is de ideale manier om alles even te laten bezinken en mijn hoofd helemaal leeg te maken. Mijn hersenen worden tijdens zo’n wandeling alleen nog aangestuurd door mijn zintuigen. Ik ga verder op wat ik hoor, zie, voel, ruik.’
Eigenlijk hoefde Lut dat al niet meer te benoemen. Acties zeggen soms meer dan woorden. Tijdens het wandelen had ze al gewezen op de witte bloemen van de haagwinde, op de zuring en het lamsoor langs de kant van de weg en op de gele bloemen van het sint-jacobskruiskruid dat een deel van de berm bedekt. Zelfs dat de distels in knop staan, was haar niet ontgaan. ‘Hoe mooi kan het zijn?’, had ze zich spontaan afgevraagd.

Als ik wandel, lijkt het alsof ik helemaal in de natuur verdwijn.

Lut Drabs

patiënte

Lut Drabs, patiënte

‘Ik geniet volop van al die kleine dingen die in de natuur aanwezig zijn’, gaat ze nu verder. ‘Wanneer ik ga wandelen, lijkt het soms wel alsof ik helemaal in de natuur verdwijn.’ Dat was nochtans niet altijd zo. ‘Wandelen en genieten van de natuurpracht, het zijn zaken die ik eigenlijk pas na mijn tweede kankerdiagnose echt heb leren waarderen, samen met mijn wandelmaatje Rudi. Mijn deelname aan de studie ‘pijn na borstkanker’ wakkerde de wandelmicrobe aan.’
Het was in 2000 dat Lut de diagnose hormoongevoelige borstkanker kreeg. ‘Dan vergaat je wereld een beetje. Ik dacht dat ik mijn kinderen niet zou zien opgroeien. Gelukkig bleek ik negentig procent kans te hebben om de kanker goed te overleven. Daarmee kon ik verder.’ Tot Lut in 2015 een tweede keer te horen kreeg dat ze kanker had en ze opnieuw in behandeling moest voor een hormonaal gevoelige borstkanker. Een ander type deze keer. ‘Sindsdien is het altijd bang afwachten’, zegt ze. ‘Nee, eigenlijk klopt het niet langer om het zo te verwoorden’, voegt ze snel toe. ‘Ging ik vroeger op controle-onderzoek, dan ging dat altijd gepaard met de nodige angst. Nu probeer ik mij daar veel minder zorgen over te maken. Als blijkt dat de resultaten niet goed zijn, is er op dat moment nog altijd tijd genoeg om te panikeren of om na te denken over wat er moet gebeuren. Zo bekijk ik het nu en daar ben ik best trots op. Die boodschap probeer ik ook door te geven aan binnen de lotgenotengroep B-lief, waar ik voorzitter van ben.’

De juiste mindset

Die mentale rust tankt Lut ook tijdens haar wandelingen. ‘Ze geven me telkens een boost. Na het wandelen voel ik me soms moe, maar tegelijk ook opgeladen. Dan kan ik weer even verder. Het piekeren is dan stilgelegd. Wat ik allemaal heb beleefd en welke gevolgen dat had voor mijn man en kinderen, daar ben ik tijdens het wandelen bijvoorbeeld niet mee bezig.’ Lut zou daarom eigenlijk nog wat vaker haar stapschoenen willen aantrekken. ‘Ik wacht soms te lang voor ik er nog eens op uit trek. Ik ga daardoor soms nog over mijn grenzen, maar het lukt gewoon niet altijd om tijd te maken om te gaan wandelen. Komt het er wel van, dan ben ik wel meteen in de juiste mindset’, verzekert ze. ‘Ik doe mijn wandelschoenen aan, leg mijn stokken in de wagen en ben dan al helemaal klaar om te ontspannen.’ 
De nordic walking-stokken zijn een vast accessoire geworden om te werken aan het lymfoedeem dat Lut overhield aan haar kankerbehandeling. ‘Door de pompbeweging die ik maak bij het neerzetten, loslaten en opnieuw vastnemen van mijn stokken kan ik een dikke arm vermijden. Voor mijn arm is het bovendien ook beter om niet te veel in de zon te lopen, dus vertoef ik op hete dagen sowieso graag in het bos. De koelte die daar hangt, brengt dan ook lichamelijke rust.’
Al lukt het Lut niet altijd om alle bijwerkingen van de kankerbehandeling achter zich te laten. ‘Om de tweede borstkanker onder controle te houden, krijg ik antihormoontherapie. Dat heeft nogal wat bijwerkingen, zoals cognitieve problemen. Heel lastig voor iemand als ik, die graag met mensen praat. Maar ook daar sta ik niet te veel bij stil tijdens het wandelen.’

Lut Drabs, patiënte

Genieten, elke keer opnieuw

De inzichten komen wel vanzelf tijdens het wandelen. ‘Het mensdom, daarin zit niet voor niets het woord dom in verscholen’, zegt Lut. ‘Terwijl het planten- en het dierenrijk niet voor niets als rijk worden omschreven. Je moet het alleen willen zien. Je moet erop letten. Wist je bijvoorbeeld dat bomen via hun wortels communiceren met de natuur rondom hen? Wij staan daar als mensen nog niet genoeg voor open, dommeriken als we soms zijn. Daar ben ik nu wel achter. We zien zo vaak alleen wat we kunnen gebruiken. Al de rest kan ons gestolen worden. Zo kijk je toch niet naar de natuur?’
Lut geeft daarom liever een ander voorbeeld, van een vriendin met wie ze laatst een prachtige boom zag. ‘De vriendin vroeg zich af hoe fijn het zou zijn om die boom eens te knuffelen. Ze deed het toen uiteindelijk niet omdat er te veel mensen in de buurt waren. Het zal er nog wel van komen, als we nog eens samen onderweg zijn.’

Eigenlijk wandelt er altijd iemand met je mee, al is het soms in gedachten.

Lut Drabs

patiënte

Lut Drabs, patiënte

Lut gaat geregeld met anderen op pad. Met haar echtgenoot, of met lotgenoten. ‘Het wandelen met lotgenoten is weer helemaal anders. Je voert dan ook telkens andere gesprekken. Je praat met de één en dan weer met de ander.’ En wandelt Lut dan toch eens alleen, dan wandelt ze nooit in het midden van de weg. ‘Ik hoorde eens een lied waarin iemand zong dat de ander er niet was. “Toch wel”, was het antwoord. “Ik wandelde naast jou. Je wist het alleen niet.” Er wandelt dus altijd wel iemand met je mee, al is het soms in gedachten. Een overleden vriend of familielid of iemand anders.’
De plek naast haar openlaten, is zo uitgegroeid tot één van Luts rituelen. Zo heeft ze er nog. Telkens ze afscheid van iemand neemt, doet ze dat met dezelfde woorden. ‘“Geniet van je dag of van wat je ook gaat doen”, zeg ik dan. Zeker als ik weet dat iemand iets bijzonders heeft gepland. Mensen beseffen niet altijd genoeg dat ze van het leven moeten genieten. Ikzelf ook lange tijd niet’, geeft ze toe. ‘Zelfs toen ik in 2000 ziek werd, bleef ik maar doorgaan. Nu geniet ik toch telkens opnieuw, waar ik kan.’ Dan neemt ze afscheid. ‘Geniet nog van jullie dag!’