De noden en ondersteuningsbehoeften van de patiënt en de mantelzorger(s) in de begeleiding van het laag anterior resectie syndroom (LARS).

Psychosociaal
Promotors:
Piet Pattyn (UZGent)
Project Partners:
UZGent
Budget uitgereikt door Kom op tegen Kanker:
€97.424

Samenvatting

Het laag anterior resectiesyndroom komt voor (na het wegnemen van de tijdelijke stoma) na de chirurgische behandeling van het rectumcarcinoom. Het omvat een aantal symptomen die een negatieve impact kunnen hebben op de kwaliteit van leven zoals faecale incontinentie, frequent defaeceren, urgency, moeilijkheden om de darm te ledigen,… (Chen, Emmertsen & Laurberg, 2014) en komt voor bij 60-90% van deze patiënten (Chen, Emmertsen & Laurberg, 2014; Desnoo & Faithfull, 2006). De patiënt en de mantelzorger hebben ook na het wegnemen van de stoma nog een grote nood aan op maat gemaakte info en ondersteuning (Beaver et al., 2010). Veel patiënten hanteren het principe van ‘trial and error’ (Desnoo & Faithfull, 2006; Beaver et al., 2010).
In ons onderzoek wordt er gebruik gemaakt van een kwalitatief design om antwoord te krijgen op de onderzoeksvraag: “welke noden en behoeften formuleren de patiënt en de mantelzorger in de begeleiding en de ondersteuning van het LARS?”. Er wordt vertrokken vanuit de beleving van de patiënt en hun mantelzorger. Hierbij worden de problemen en de ondersteuningsnoden bevraagd. Dit zou moeten leiden tot een betere afstemming van de zorg op hun noden. Het onderzoek zal uitgevoerd worden in vier ziekenhuizen met het Universitair Ziekenhuis Gent als centrale onderzoeker. In een latere implementatiefase wordt er een zorgpad ontwikkeld, gebaseerd op de gegevens van dit onderzoek.