EDC

VLK vraagt betere bescherming tegenover chemische stoffen

Delen

Vijf jaar nadat REACH van kracht werd, evalueerde de Vlaamse Liga tegen Kanker (VLK) de uitvoering van deze Europese wetgeving inzake chemische stoffen en het beleid op het vlak van gewasbeschermingsmiddelen en biociden. De afgelopen jaren zijn belangrijke stappen vooruit gezet, zegt de VLK, maar striktere maatregelen zijn nodig om het recht op een gezonde leefomgeving te garanderen.

Het VLK-onderzoeksrapport

Op 1 juni 2012 is REACH (de Europese verordening voor de registratie, evaluatie, autorisatie en beperking van chemische stoffen) vijf jaar van kracht. Een aanleiding voor de VLK om in een diepgaande analyse de toepassing van deze regelgeving en het Europese, Belgische en Vlaamse beleid inzake gewasbeschermingsmiddelen en biociden te evalueren. Uit het VLK-onderzoeksrapport blijkt dat er de voorbije jaren belangrijke stappen vooruit zijn gezet. Zo is er in het kader van REACH een beter toezicht op zeer zorgwekkende stoffen, wat er in sommige gevallen zal toe leiden dat een stof moet worden vervangen door een geschikt alternatief. En de regelgeving voor gewasbeschermingsmiddelen en biociden voorziet uitsluitingscriteria die ervoor zorgen dat onder meer kankerverwekkende stoffen, hormoonverstorende stoffen, stoffen die schadelijk zijn voor ons DNA en stoffen die onze voortplanting aantasten niet meer worden toegelaten.

Het beleid schiet nog tekort

Heel wat chemische stoffen worden onder REACH niet geregistreerd omdat ze in volumes van minder dan 1 ton geproduceerd of geïmporteerd worden.
Het hele proces gaat ontzettend traag.

REACH gaat gebukt onder bureaucratie. Zo staan er na vijf jaar nog steeds maar 73 stoffen op de kandidatenlijst van zeer zorgwekkende stoffen. De stoffen op deze lijst worden strenger opgevolgd en kunnen eventueel verdwijnen.
Gewasbeschermingsmiddelen en biociden vallen pas onder de nieuwe verordeningen nadat hun bestaande erkenning vervalt. Zo duurt het nog jaren vooraleer alle risicovolle stoffen van de markt verdwenen zijn.

De nieuwe regelgeving houdt zo goed als geen rekening met de gecombineerde effecten van chemicaliën en houdt te weinig rekening met de mogelijke effecten van lage doses op lange termijn, waardoor de gezondheidsrisico's worden onderschat.
Het principe van substitutie door alternatieven wordt niet altijd toegepast. In het kader van REACH moeten erg zorgwekkende stoffen waarvoor er een geschikt alternatief is, niet altijd worden vervangen. Ook voor gewasbeschermingsmiddelen en biociden blijven er uitzonderingen mogelijk op de uitsluitingscriteria.
Er is nog steeds onvoldoende aandacht voor kwetsbare groepen: zwangere vrouwen, kinderen, pubers en mensen met genetische kenmerken die hen gevoeliger maken voor lichaamsvreemde stoffen.

Striktere toepassing van fysisch-chemische hygiëne

Om mensen het recht op een gezonde leefomgeving te garanderen moet het beleid erover waken dat mensen zo weinig mogelijk worden blootgesteld aan risicovolle chemische stoffen. Niet alleen stoffen waarvan onweerlegbaar bewezen is dat ze kankerverwekkend zijn, maar ook stoffen waarvoor er sterke aanwijzingen zijn dat ze kanker kunnen veroorzaken, zoals bepaalde hormoonverstorende stoffen bijvoorbeeld.
De VLK pleit daarom voor een striktere toepassing van het principe van de fysisch-chemische hygiëne. Dat principe is vergelijkbaar met de microbiologische hygiëne die aan het begin van de 20ste eeuw is toegepast om infectieziekten terug te dringen. Dat gebeurde op een moment dat de wetenschappelijke kennis over de rol van bacteriën en virussen bij deze aandoeningen nog erg onvolledig was. Vandaag is een gelijkaardig preventief beleid voor chemische stoffen in het milieu noodzakelijk.

Wat betekent die striktere toepassing voor de VLK?

Een striktere toepassing van de fysisch-chemische hygiëne betekent dat:

  • we alerter moeten zijn voor waarschuwingssignalen inzake de schadelijke invloed van chemische stoffen. We moeten nagaan welke stoffen en toepassingen we echt nodig hebben en onze moderne technologie optimaal inzetten om veiligere en minder schadelijke stoffen, producten en toepassingen te ontwikkelen;
  • we beschermingsstandaarden moeten ontwikkelen die gericht zijn op onze reële leefsituatie waarin gelijktijdige en langdurige blootstelling aan verschillende chemicaliën van toepassing is, ook in lage doses;
  • we zorgwekkende stoffen altijd moeten vervangen als er geschikte en economisch haalbare alternatieven zijn;
  • we meer aandacht moeten hebben voor kwetsbare groepen.