Recht op een rookvrije leefwereld

COVID-19-crisis en toenemende druk op rokers maken ambitieus antitabaksplan nog dringender

Delen

Uit een bevraging van Sciensano blijkt dat 37 % van de rokers aangeeft meer te roken sinds de uitbraak van COVID-19. Vooral vrouwen (41 %), rokers tussen 25 en 34 jaar (46 %) en lager opgeleiden (37 %) roken sinds 13 maart 2020 meer. Gevoelens van eenzaamheid of angst met bovendien minder mogelijkheden tot afleiding, kunnen een verklaring zijn. De Alliantie voor een Rookvrije Samenleving roept onze overheden op om snel samen te komen en een ambitieus antitabaksplan uit te werken. Anders zal de tabaksepidemie onverantwoord veel slachtoffers blijven eisen, zeker nu met de COVID-19-crisis erbovenop. Het beleid én de bevolking mobiliseren zich al enkele maanden om een gezondheidscrisis aan te pakken. Het is de hoogste tijd dat dit ook gebeurt voor de strijd tegen tabak.

Vóór deze coronacrisis gaf 74 % van de rokers in België aan te willen stoppen met roken, zo blijkt uit de '2018 Gezondheidsenquête' van Sciensano. COVID-19 geeft hen een extra gezondheidsargument om dit te doen. Rokers hebben namelijk meer kans op complicaties en op een slechte afloop als ze met COVID-19 besmet raken.

Helaas blijkt uit een recente bevraging van Sciensano, die onder meer peilde naar het rookgedrag tijdens de strenge maatregelen, dat

  • 47 % van de rokers zijn rookgedrag niet heeft aangepast tijdens deze crisis,
  • 37 % aangeeft meer te roken dan voorheen,
  • slechts 16 % aangeeft minder te roken.

Meer mannen (18 %) dan vrouwen (14 %) minderden hun tabaksconsumptie naar aanleiding van COVID-19.

Hedwig Verhaegen

woordvoerder Alliantie voor een rookvrije samenleving

In onze buurlanden werden dezelfde tendensen vastgesteld. In Frankrijk heeft 27 % van de rokers zijn tabaksgebruik verhoogd, terwijl slechts 19 % van de rokers aangeeft minder te roken. In Nederland heeft onderzoek uitgewezen dat 28 % van de rokers zegt meer te zijn gaan roken tijdens de coronacrisis en 12 % juist minder.

Sociodemografische verschillen in ons land

De helft van de mannen (49 %) rapporteert aan Sciensano evenveel te roken als voordien, terwijl dat bij de vrouwen slechts 44 % is. De groep van vrouwen die meer rookt dan voordien (41%) is significant groter dan de groep van mannen (32 %) die aangeeft meer te roken. Meer mannen (18 %) dan vrouwen (14 %) minderden hun tabaksconsumptie naar aanleiding van COVID-19.

Hoe ouder, hoe minder de rookgewoonten worden beïnvloed door de maatregelen om de coronacrisis in te dijken. Zo rapporteert slechts 27 % van de 18-24-jarigen dat ze evenveel roken. Dit percentage neemt toe in elke leeftijdsgroep en bij de oudste groep, de 65-plussers, blijft 61 % van de rokers bij een status quo. Het positief effect, in de zin van minder roken, is het meest uitgesproken bij de jongste leeftijdsgroep (34 %), hoewel er bij hen terzelfdertijd een negatief effect, in de zin van meer roken, plaatsvindt (39 %).  Bij de rokers van 25-34 jaar is dit negatief effect het grootst, met 46% die aangeeft meer te roken sinds 13 maart 2020.

Ook het opleidingsniveau heeft een invloed op de rookgewoonten. 20 % van de hoger opgeleide rokers zegt dat ze minder roken sinds de ingang van de maatregelen terwijl dat bij de lager opgeleide rokers slechts 16 % is. En omgekeerd rapporteren minder hoger opgeleiden (34 %) dat ze meer roken dan lager opgeleiden (37 %).

Zorgwekkende gevolgen van de coronacrisis

Volgens de tweede COVID-19-gezondheidsenquête van Sciensano zijn de maatregelen maar voor een heel beperkte groep van rokers een stimulans geweest om te stoppen (6 %) of om minder te roken (11 %). Voor een veel grotere groep rokers heeft het thuisblijven een ongunstige uitwerking gehad. Zo zijn er ex-rokers die hervallen zijn (4 %) en heel veel rokers die meer sigaretten per dag zijn beginnen te roken dan voorheen (35 %).

Gevoelens van eenzaamheid of angst met bovendien minder mogelijkheden tot afleiding, kunnen een verklaring zijn. Verveling en stress zijn immers risicofactoren voor rookgedrag. De toenemende druk op rokers, vooral op laagopgeleiden of mensen in een maatschappelijk kwetsbare positie, is zorgwekkend; en zeker daarbovenop het feit dat velen aangeven meer te roken dan voorheen. Door de uitbraak van COVID-19 en de invoering van de strenge maatregelen die werden genomen, worden we nog meer met de neus op deze feiten gedrukt.

Nood aan globaal antitabaksplan

Sciensano spoorde in 2019 de toenmalige en toekomstige beleidsmakers ertoe aan om hun inspanningen in de strijd tegen tabaksverslaving voort te zetten en kracht bij te zetten. Dit was voor de uitbraak van COVID-19. Roken mag dan de belangrijkste vermijdbare doodsoorzaak zijn, zonder globaal antitabaksplan en meer inzet voor tabakspreventie en rookstopbegeleiding zal de tabaksepidemie onverantwoord veel slachtoffers blijven eisen, zeker nu met de COVID-19-crisis erbovenop. De Alliantie voor een Rookvrije Samenleving roept daarom, ter gelegenheid van de Werelddag zonder Tabak op 31 mei, onze overheden op om snel samen te komen en een ambitieus antitabaksplan uit te werken.

België investeert te weinig in preventie volgens de Europese Commissie. En dat resulteerde tot voor kort in 14.000 overlijdens per jaar door tabak-gerelateerde aandoeningen. Dit cijfer moet absoluut naar beneden! De COVID-19-crisis bewijst dat het mogelijk is beleid én bevolking te mobiliseren om gezondheidscrisissen aan te pakken. Het is de hoogste tijd dat dat ook voor de strijd tegen tabak gebeurt.

Thema's: coronavirus Roken