Marion, buddy van een jongere met kanker

Marion, buddy van een jongere met kanker

Delen

‘Ik was 21 toen ik getroffen werd door kanker. In december onderging ik een operatie, een maand later kreeg ik het slechte nieuws. Een donderslag bij heldere hemel, mijn wereld stortte in. In februari, na een tweede operatie, werd ik opnieuw genezen verklaard. Het ging zo snel dat ik pas nadien besefte: wow, ik heb kanker gehad. Ik ging verder met mijn studies geneeskunde, slaagde dat jaar ook. Ik dacht: als ik mijn school kan onderhouden tijdens zo’n ziekte, dan kan ik mensen die het moeilijk hebben ook energie geven.'

'Uiteindelijk heb ik het toch eerst een plaats moet geven. Aanvankelijk wilde ik niet in het kankerhoekje gezet worden, nu besef ik dat het een deel van mijn leven is. Ik kan niet doen alsof ik nooit ziek geweest ben, dus kan ik er maar beter voordeel uit halen. Toen ik na een jaar goed nieuws kreeg bij een controle, heb ik beslist: nu word ik vrijwilliger. Eerst heb ik me in het ziekenhuis van Turnhout geëngageerd voor Yolo, een opvangproject voor kinderen van kankerpatiënten. Sinds deze zomer ben ik via Kom op tegen Kanker de buddy van een zestienjarig meisje. Eerst volg je als buddy een uitgebreide cursus, nadien is er nog de nodige ondersteuning door onder meer contactmomenten met andere buddy’s. Bedoeling is dat wij een tweetal keer per maand afspreken, maar omdat het meisje nog in behandeling is, houden we het rustiger. Als ze met iets zit, dan stuurt ze me een berichtje. Ze is ietwat verlegen, ik probeer er voor haar te zijn – te praten, advies te geven.'

'In het begin was ze bang dat het te zwaar zou zijn voor mij, maar dat is niet zo: ik ben heel bewust in dit traject gestapt. Het zit in me om andere mensen te helpen, het geeft me voldoening. Ik weet: met iets kleins kan ik al veel betekenen. Uit eigen ervaring heb ik ook heel wat geleerd. Zoals: durf doorvragen naar negatieve gevoelens. Een buddy heeft ook een specifieke rol. Je familie staat klaar voor je, dat weet je. Maar soms voelt het als een last, denk je: ik ga wéér bij die mensen zeuren. Dan is het fijn dat er iemand is waarvan je zeker bent: hij of zij is er speciaal om die reden, en heeft daar zelf voor gekozen. Dus ja, ik weet dat het van waarde is.’