Preklinisch testen van alternatieve varianten van asparaginase met minder nadelige bijwerkingen voor de behandeling van agressieve kankers

Biomedisch
Promotors:
Steven Goossens (Ugent)
Project Partners:
Ugent
Budget uitgereikt door Kom op tegen Kanker:
€328.000

Samenvatting

Het geneesmiddel asparaginase wordt vandaag de dag succesvol gebruikt voor de behandeling van jonge kinderen met acute lymfatische leukemie (ALL), maar is suboptimaal voor volwassen patiënten. Te vaak ziet men dat in volwassenen het geneesmiddel wordt geneutralizeerd door het immuunsysteem en/of zorgt voor allerlei negatieve bijwerkingen zoals allergisch reacties, leverfalen, ontsteking van de alvleesklier, verhoogde kans op bloedingen/bloedklonters, verwardheid en depressie. Hierdoor moet de behandeling vaak vroegtijdig worden gestopt, wat zorgt voor een minder efficiënte kankerbehandeling, verlaagde genezingskansen en meer kans op herval.
Recent hebben we verscheidene alternatieve varianten van asparaginase ontwikkeld die even efficiënt kankercellen kunnen afdoden, maar minder toxische bijwerkingen lijken te hebben. Ook wijzen onze voorlopige resultaten erop dat sommige van deze varianten minder immunogeen zijn en dus niet/minder snel geneutralizeeerd worden door het immuunsysteem. Deze resultaten willen we in dit project verder testen in preklinische kankermodellen vooraleer we dit verbeterde geneesmiddel naar de kliniek brengen.
Bovendien is uit fundamenteel onderzoek gebleken dat verscheidene andere agressieve kankertypes ook gevoelig zijn voor asparaginase behandeling. Opnieuw zijn de bovenvermelde bijwerkingen in deze (volwassen) patiënten de hoofdreden waarom dit geneesmiddel niet verder werd getest om toegepast te worden in de kliniek. Met deze alternatieve varianten willen we daarom ook nagaan of we het klinisch potentieel van dit geneesmiddel kunnen uitbreiden, en op die manier bijdrage tot het vinden meer of verbeterde therapeutische mogelijkheden voor eierstokkanker en triple-negatieve borstkankers met verhoogde kans op uitzaaiingen. Op die manier hopen we de levenskwaliteit en overlevingskansen te verhogen niet alleen van patiënten met ALL, maar ook van ander agressieve kankertypes met slechte prognose.