Rationele aanpak voor immunotherapie bij eierstokkanker

Biomedisch
Promotors:
An Coosemans (KU Leuven)
Project Partners:
KU Leuven
Budget uitgereikt door Kom op tegen Kanker:
€323.000

Samenvatting

Eierstokkanker is nog steeds een nefaste ziekte voor vrouwen (normaliter 55+). Gezien het gebrek aan symptomen, worden de meeste patiënten pas in een vergevorderd stadium van de ziekte gediagnosticeerd. De kans op herval is groot en de kans op overlijden, indien de patiënte hervalt, is 80%. De huidige behandeling, bestaande uit een zeer uitgebreide operatie (debulking) en aangevuld met chemotherapie (carboplatinum-paclitaxel), heeft de overleving t.o.v. 20 jaar geleden, sterk verbeterd. Maar eens de patiënte hervalt, zijn de behandelingsopties beperkt. Momenteel zijn er twee meer gepersonaliseerde therapieën terugbetaald (voor bepaalde patiënten met eierstokkanker): een product dat de bloedvatgroei remt (Bevacizumab) en een product dat het herstel van het genetisch materiaal van de kanker manipuleert (PARP inhibitor). Beide producten hebben zeker hun plaats verdiend en bieden een overlevingsvoordeel bij bepaalde groepen patiënten met eierstokkanker. Maar we zijn er nog zeker niet. En daarom werd ook voor eierstokkanker reikhalzend uitgekeken naar de immuun checkpoint remmers. Helaas hebben zij tot nu toe de verwachtingen niet kunnen inlossen. Daar waar men spectaculaire resultaten zag voor bijvoorbeeld patiënten met huidkanker, was de kans op succes bij eierstokkanker slechts 10% indien enkel de immunotherapie werd toegediend. Men ging vervolgens een stapje verder en de klinische studies begonnen met het aanbieden van combinatietherapieën. Dit wil zeggen dat men enerzijds de immunotherapie geeft, maar anderzijds ook nog een bijkomende therapie, bijvoorbeeld chemotherapie. Maar ook hier werd de verwachting niet ingelost. Zeer recent werden twee zeer grote klinische studies (JAVELIN ovarian 100 en 200) vroegtijdig stopgezet omdat de patiënten niet langer bleken te leven, ondanks de combinatietherapie. Wat loopt er fout? Volgens ons zijn er drie aanwijsbare oorzaken: 1/ er wordt geen rekening gehouden met het gedrag van het immuunsysteem van de patiënte. Immunotherapie manipuleert net ons immuunsysteem zodat het sterker wordt. Maar dan lijkt het ons toch logisch dat we eerst moeten weten ‘hoe’ het immuunsysteem er dan precies uitziet bij díe patiënt met dát kankertype vooraleer we er een vrij ‘algemene’ immunotherapie op loslaten?; 2/ patiënten die aan klinische studies met immunotherapie deelnemen, worden niet specifiek gemonitord qua immuunsysteem. Er worden scans uitgevoerd en algemene bloednames afgenomen, maar in de meeste studies is er niks voorzien om uit te lezen in welke mate de immunotherapie het immuunsysteem van de patiënt nu specifiek verandert en of dit zinvol is; 3/ we spreken wel van combinatietherapieën, maar eigenlijk weet niemand in welke volgorde men de verschillende producten moet geven (eerst de chemo, dan de immunotherapie, of omgekeerd?). Men heeft de preklinische stap overgeslagen en is rechtstreeks met klinische studies bij de mens begonnen. Wat stellen we voor? 1/ We willen nakijken hoe het immuunsysteem van patiënten met eierstokkanker er uitziet (via bloednames bij patiënten), hoe dit verandert ten gevolge van de klassieke behandelingen (bv chemotherapie) en van nieuwe therapieën (bv immune checkpoint remmers). Alleen op die manier zullen we weten “hoe” we het immuunsysteem van de patiënt het best bespelen en ‘op welk moment’ van de kankerbehandeling dit het meest voordelig is. 2/ we willen combinaties met nieuwe therapieën eerst uittesten in een muizenmodel voor eierstokkanker, en dan de meest succesvolle combinaties naar de kliniek brengen.
De economische situatie wat betreft immunotherapieën en hun terugbetaling is onhoudbaar aan het worden. Dit komt geregeld in de pers en ook Kom Op Tegen Kanker heeft zijn standpunt duidelijk gemaakt. Wat wij voorstellen is een rationelere aanpak van immunotherapie. Wat er momenteel gebeurt, is een ‘willen kopiëren van het succesverhaal van bijvoorbeeld huidkanker’ naar een kanker (in ons geval eierstokkanker) die helemaal anders is. En dat specifieke gedrag van eierstokkanker moeten we eerst begrijpen vooraleer we er therapie aan geven. Therapie die misschien helemaal niet kán werken omdat de cellen, geviseerd door immunotherapie, misschien helemaal niet relevant zijn voor eierstokkanker (maar dus bijvoorbeeld wel voor huidkanker). Als we deze kennis dan combineren met het uittesten van nieuwe, meer op eierstokkanker toegespitste, immunotherapieën in een muizenmodel, vooraleer we ermee naar de patiënt keren, is er een grotere en rationelere kans op succes. Door de combinatie van monitoring van het immuunsysteem en rationeel kiezen van de juiste combinatie zullen we niet alleen de juiste therapie bij de juiste mensen brengen, maar zullen we ook onnodige vertraging in zorg vermijden voor hen, die tóch nooit zouden gereageerd hebben op deze initiële behandeling (en meer baat hebben van een andere behandeling). Bovendien kunnen we op die manier een eerste aanzet geven naar blijvende betaalbaarheid van de gezondheidszorg. Alle analyses op bloed, alsook het muizenonderzoek, zullen uitgevoerd worden aan de KU Leuven. Om aan de nodige bloedstalen te geraken om het immuunsysteem bij patiënten met eierstokkanker correct in kaart te brengen, hebben we ons gebaseerd op de patiënten van het UZ Leuven, maar ook patiënten uit vijf internationale klinische studies. In totaal spreken we over bloedstalen bij 933 patiënten.