Wat is het effect van oncobrood op de inname van broodmaaltijden door oncologische patiënten met smaakstoornissen door chemotherapie?

Psychosociaal
Promotors:
Bart Geurden (Karel de Grote Hogeschool)
Project Partners:
Center for Gastrology
Karel de Grote Hogeschool
Budget uitgereikt door Kom op tegen Kanker:
€91.456

Samenvatting

Probleemstelling
Oncologische patiënten ontwikkelen vaak (55-75%) ten gevolge van chemotherapie en medicijnen een smaakstoornis. Deze stoornis kan een tijdelijk karakter hebben, maar ook lang voortduren en soms permanent zijn. Hierdoor ervaart de patiënt de dagelijkse maaltijden vaak als frustrerend en teleurstellend. Ze kunnen niet meer optimaal genieten van de maaltijden of hebben zelfs helemaal geen zin meer om te eten. Dit werkt malnutritie in de hand. Juist in deze moeilijke periode kan het een groot verschil maken om eten weer als plezierig te ervaren.
Het “Center for Gastrology”1 te Leuven heeft een ‘smaakkit’ ontwikkeld die gebruikt kan worden om het individuele smaakprofiel in kaart te brengen. Dit bestaat uit: (1) Gustatie van de vijf basissmaken, zoet, zout, zuur, bitter, umami; (2) trigiminatie (prikkelingen) en (3) olfactie (geur). Door te onderzoeken in welke mate deze drie aspecten bij de patiënt verstoord zijn, kan de smaak van maaltijden op individueel niveau bijgestuurd worden. Voor deze bijsturing wordt uitsluitend gebruik gemaakt van gewone voedingsmiddelen en kruiden die verkrijgbaar zijn in de handel.

Methode
De Karel de Grote Hogeschool2 en het Center for Gastrology de handen in elkaar slaan om deze totaal nieuwe aanpak van voedingsproblemen bij oncologische patiënten uit te werken en te testen. In eerste instantie wordt er gestart met brood.
In dagcentra oncologie worden patiënten met een smaakstoornis geselecteerd. Bij hen wordt aan de hand van de smaakkit een individueel smaakprofiel bepaald. Via dit profiel wordt bepaald met welke voedingsmiddelen/kruiden hun verstoorde smaak kan verholpen worden.
Aan de patiënt, en/of zijn naaste, wordt vervolgens aangeleerd hoe zij zelf een brood kunnen bakken, en welke hoeveelheden voedingsmiddelen/kruiden zij er dienen aan toe te voegen om een brood te bekomen dat aangepast is aan het smaakprofiel. We noemen dit een ‘oncobrood’.
Deze patiënten worden verder opgevolgd om de effecten van het oncobrood op smaakbeleving, kwaliteit van leven en antropometrische parameters te meten.

Resultaten
De verwachting is dat patiënten hierdoor minder last ervaren van hun smaakstoornis, beter en smaakvoller zullen kunnen eten, en in mindere mate malnutritie ontwikkelen.
De resultaten van deze aanpak zullen beschikbaar gesteld worden om te integreren in de opleidingen van artsen, verpleegkundigen en koks.
De smaakkit kan verder verfijnd worden, en op grotere schaal ter beschikking gesteld worden van ziekenhuizen en centra waar oncologische patiënten behandeld worden. Op die manier kan het opstellen van een smaakprofiel een standaard worden in de oncologische zorgverlening.
Als deze aanpak met oncobrood veelbelovend is, kan dit uitgebreid worden naar alle maaltijden. Recepturen kunnen uitgewerkt worden en ter beschikking gesteld worden aan patiënten en hun verzorgenden. Dit kan op papier maar ook op elektronische wijze via sites van instellingen/ organisaties.
Resultaten zullen gepubliceerd worden in wetenschappelijke tijdschriften. Als de geleverde evidence voldoende sterk is kan deze leiden tot nieuwe aanbevelingen in de internationale guidelines voor de behandeling van oncologische patiënten.

1Vismarkt 10c – Vissersstraat 1, 3000 Leuven www.centerforgastrology.be
2Campus Zuid, Brusselstraat 45, 2018 Antwerpen www.kdg.be