Darmen op drift

Bij dikkedarmkanker wordt vaak een deel van de endeldarm weggenomen. Zo blijft patiënten een stoma bespaard. Helaas houden ze er vaak stoelgangproblemen aan over. Eva Pape van het UZ Gent en UCVV onderzoekt hoe we hun levenskwaliteit kunnen verbeteren. 

Wat houdt je onderzoek precies in?

‘Het LAR-syndroom is een verzamelnaam voor klachten die ontstaan na een endeldarmoperatie. De endeldarm is het reservoir van ons darmstelsel. Hij signaleert aan de hersenen dat het tijd is om naar het toilet te gaan. Na de behandeling is die functie vaak verstoord. Daardoor moeten patiënten extreem veel naar het toilet, soms tot 40 keer per dag. Dat brengt hun sociaal leven ernstig in het gedrang. Ze komen niet meer buiten en raken geïsoleerd. Aan de hand van interviews met patiënten en mantelzorgers brachten we hun ongemakken in kaart. Met die bevindingen gaan we nu aan de slag om de zorg te verbeteren.’

Hoe kan je onderzoek een verschil maken?

‘Samen met patiënten gaan we educatiemateriaal ontwikkelen. We willen hen voor de behandeling goed informeren, zodat ze de gevolgen beter kunnen inschatten. Vaak zijn ze zo gefixeerd op het vermijden van een stoma, dat de boodschap niet doordringt. Daarnaast willen we patiënten na de behandeling op vaste tijdstippen bevragen, zodat we korter op de bal kunnen spelen bij mogelijke problemen. Door het taboe is er nog veel schroom om zelf op een zorgverlener af te stappen.’

Wat heb je met de hulp van Kom op tegen Kanker kunnen realiseren?

‘Zowel voor het voorafgaand onderzoek als voor het uitwerken van een traject op maat kon ik rekenen op een toelage van Kom op tegen Kanker. Daar ben ik uiteraard zeer blij om. Ons onderzoek werd ook bekroond met de Pfizer Oncology Award en de Prijs Magda Dierendonck. Ik wil vooral de problemen van mensen met LARS bespreekbaar maken. En dan is alle aandacht welkom.’

• Benieuwd welke onderzoeksprojecten Kom op tegen Kanker nog steunt?
  Ontdek ze hier.